Cerasuolo
De Abruzzen bij uitstek
Vóór de ontwikkeling van de moderne oenologie werden de druiven in Abruzzo typisch in het wit gevinifieerd, dat wil zeggen door het afvallen van de most te scheiden. Toen deze techniek werd gebruikt met de Montepulciano-druif, was het resultaat de productie van Cerasuolo, d.w.z. een wijn waarvan de kleur en aroma’s doen denken aan die van “cirase”, of kersen.
Cerasuolo is dus een rosé zoals de andere, maar een wijn die in het wit is gevinifieerd, maar van een druif met zwarte bessen waarvan de kenmerken de wijn structuur, aroma’s en rondheid geven die in veel opzichten herinneren aan die van een rode wijn.
Cerasuolo was de feestwijn, de goede die voor vrienden werd gehouden, de trots van de boer die hem produceerde volgens een recept dat van huis tot huis kon verschillen en angstvallig werd doorgegeven van vader op zoon.
Dankzij deze kenmerken was Cerasuolo de eerste roséwijn die in Italië als DOC werd erkend. Tegenwoordig is er ook de benaming “Superiore”, die een product identificeert met bijzonder uitgesproken organoleptische kenmerken, en het is een wijn die ook kan rijpen.
Cerasuolo wordt in Abruzzo vaak gebruikt bij arrosticini en typisch gezouten vlees, zoals ventricina, maar omdat het een wijn is met een interessante zuurcomponent, is de ideale combinatie met gestoofd wit vlees of traditionele visgerechten, in het bijzonder met de brodetto.
